Trudy Dehue bespreekt de geschiedenis van neerslachtigheid. Ze bestudeert de claims van de biopsychiatrie, analyseert de commercialisering van het psychiatrisch onderzoek en de inhoud van de anti-depressivareclames. Ze betoogt dat gangbare verklaringen voor de toename van depressie niet houdbaar of niet volledig zijn.
De depressie-epidemie belicht het proces waarin het ideaal van de maakbare samenleving werd ingeruild voor dat van het maakbare individu. Benadrukten we voorheen omstandigheden als oorzaak van ellende, tegenwoordig gaat de aandacht naar het individuele brein. Daarbij werden we zelf verantwoordelijk voor wat ons vroeger gewoon overkwam. Want nu succes een keuze is geworden, geldt dat voor mislukking evenzeer.
De depressie-epidemie werd bekroond met de Eureka-prijs 2009. Deze prijs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) wordt jaarlijks toegekend voor het beste Nederlandstalige wetenschappelijke boek dat voor een groter publiek leesbaar is.
Uit het juryrapport:
‘De depressie-epidemie is heel toegankelijk geschreven zonder simplificerend te worden, heel kritisch zonder cynisch te zijn, meer bezorgd dan moraliserend van toon.'
'Dit is een bijzonder boek, omdat het langs de weg van de historische analyse, met een goed onderbouwde methodologische en wetenschapstheoretische kritiek (...) als onbetrouwbaar ijs ontmaskert wat altijd voor een stevig fundament werd gehouden.'