De vreugde in Arnhem is groot als in mei 1989 Vitesse promoveert naar de Eredivisie en, een week later, ook het kampioenschap in de Eerste Divisie binnenhaalt. Onder leiding van de zeer ervaren trainer Bert Jacobs maken de geel-zwarten daarna een verpletterende indruk op het hoogste niveau. Het team bestaat grotendeels uit spelers die nog nooit in de Eredivisie speelden, zoals Edward Sturing, Mister Vitesse Theo Bos, John van den Brom, Martin Laamers en Rick Hilgers, aangevuld met routiniers als Frans Thijssen en Jurrie Koolhof. Doelman Raimond van der Gouw staat ook tussen de voetbalelite zijn mannetje: hij is de minst gepasseerde doelman in het gehele profvoetbal in het seizoen 1988/89. Vitesse wordt zelfs gekozen tot Club van het Jaar. Het contrast met de rest van het decennium, gekenmerkt door een opeenstapeling van tegenvallers, is groot. Na de degradatie uit de Eredivisie in 1980 komt zowel sportief – voorlaatste in de Eerste Divisie vijf jaar later – en financieel de bodem in zicht. In juni 1985 wordt op het laatste moment een faillissement voorkomen en kan er eindelijk worden gebouwd aan de toekomst. Ook dit derde boek uit de reeks van Ferry Reurink over Vitesse staat vol bijzondere verhalen en fraai, deels nog nooit gepubliceerd, beeldmateriaal.