Hielke en Sietse zijn bezig met klusjes rondom hun boot, de Kameleon, wanneer de lunch van hun vader ineens verdwijnt. De kippenpoten zijn in geen velden of wegen te bekennen. Al snel vinden de jongens de dief in de schuur: een puppy. Maar er is iets vreemds aan de pup. Voor de zekerheid laten ze het hondje nakijken door de dierenarts. Daar blijkt al snel dat Hielke en Sietse geen hond hebben gevonden, maar een wolvenjong! Rond het dorp is ook een grote hond gezien. Zou die een van de ouders van de welp kunnen zijn? Hun zoektocht naar de moeder leidt naar de boerderij van Huizinga. Rond die boerderij gebeuren wel hele rare dingen... Wat voert Huizinga in zijn schild?