Inzicht in die bijzonder vruchtbare 16e eeuw. Daar neemt dit boek u mee naartoe. Een eeuw waarin er op het vlak van de kunsten enorm veel bewoog en vorm kreeg. Het was dan ook de eeuw van de renaissance, het humanisme, de herontdekking van de oudheid als bron van inspiratie, de reformatie en de contrareformatie, de studie van de anatomie, de evolutie van de schildertechnieken en de ontdekking van de Nieuwe Wereld. Een vruchtbare voedingsbodem voor meesters als Da Vinci en Dürer, Bosch en Rafaël, Titiaan en Bruegel. Net zoals de eerder verschenen volumes 'De veertiende eeuw' en 'De vijftiende eeuw' is ook dit boek onderverdeeld in drie grote hoofdstukken. In het eerste verduidelijkt de auteur een reeks begrippen (sfumato, traktaten over kunst, maniërisme), in het tweede deel dompelt hij u onder in de belangrijke kunstcentra van die periode (het Rijnland en Castilië, Rome en Venetië) en in het derde laat hij u kennismaken met het werk van niet minder dan zestig kunstenaars. Het perfecte boek voor wie een goed inzicht wil krijgen in de kunst van de 16e eeuw.
Mooi vormgegeven en erg toegankelijk. Door het formaat makkelijk mee te nemen en dus uitermate geschikt voor de museumbezoeker.
